Wij zijn Nederland dankbaar: ‘Welke regering kan Syrië weer stabiel maken?’

Lubna, Reem, Nour, Saher en Mohammed uit Syrië: 'Ons land is echt nog niet veilig.'

Onze gemeente telt vele nationaliteiten. Veel van onze nieuwe inwoners zijn statushouders. Ze komen uit landen waar het voor hen niet meer veilig was. Hier maken ze een nieuwe start en daar vertellen ze over. Vandaag: Saher, Lubna en hun drie kinderen uit Syrië.

door Julie Houben

Ze zijn er vol van, net als alle Syriërs, overal ter wereld. Bashar Al-Assad, de dictator voor wiens wrede regime ook Saher met zijn gezin het land ontvluchtte, is verdreven. Het gezin woont nu bijna twee jaar in Maartensdijk en peinst er niet over terug te keren. Ze zijn blij en hoopvol, maar nog niet gerust op een goede afloop.

Saher (53) legt uit hoe breekbaar de situatie is: ,,Meer dan 50 jaar waren Hafez Al-Assad, de vader, en zijn zoon Bashar Al-Assad meesters in het creëren en zaaien van verdeeldheid tussen de Syrische gemeenschappen. Welke regering kan dat allemaal stabiel krijgen? Bovendien is het land totaal failliet en kapot, hebben de Israëliërs alweer doelen gebombardeerd en zijn er overal wapens. Nee, Syrië is alles behalve veilig.’ Lubna (47): ,,Ons huis is er ook niet meer. Dus waarheen kunnen we dan terug?”

Turkije

Voor de drie kinderen Reem (24), Nour (21) en Mohammed (17) voelt Syrië nauwelijks als hun thuisland. In 2012 vluchtte het gezin naar Turkije, omdat vader Saher zich niet meer veilig voelde als tegenstander van het regime van Assad. Ze woonden daar met zijn vijven in een kleine kamer, zonder keuken en badkamer. De wc was buiten. Saher vond er geen werk en kreeg steeds meer psychische problemen omdat hij zijn gezin niet kon onderhouden. Bovendien had Mohammed een zeldzame stofwisselingsziekte waar de Turkse artsen niets mee konden en die daardoor verergerde. Ook ervoeren de kinderen vijandigheid. In 2021 besloot Saher naar Europa te vluchten. Hij koos voor Nederland, omdat daar gezinshereniging met meerderjarige kinderen nog mogelijk was. In 2022 kwam zijn gezin over. Ze kregen een huis in Maartensdijk, dichtbij het UMC Utrecht, waar een arts werkt die veel kennis heeft van de ziekte van Mohammed. Het gaat nu veel beter met hem.

We kregen een huis, geld om van te leven, hulp vanuit Steunpunt Vluchtelingen De Bilt, we kunnen studeren. We voelen ons veilig en geaccepteerd

Vanaf het begin was het gezin zielsgelukkig hier. Reem: ,,We zijn Nederland zo dankbaar. We kregen een huis, geld om van te leven, hulp vanuit Steunpunt Vluchtelingen De Bilt, we kunnen studeren. We voelen ons veilig en geaccepteerd.” Nee, ze merken niets van een vijandiger klimaat jegens migranten, of tegen vrouwen met hoofddoeken.

Steentje bijdragen

Ze benadrukken dat ze niet kunnen wachten om hun steentje bij te dragen in hun nieuwe land. Reem wil haar tandartsopleiding oppakken, waarmee ze in Istanbul net begonnen was. Nour wil de Pabo doen. Ook zij was hier al mee begonnen in Istanbul. Eerst nog hun Nederlands halen. Maar dat gaat snel, ze werken er hard aan. Mohammed start volgend jaar met een ICT-opleiding. Saher en Lubna doen vrijwilligerswerk.

Hun grootste wens? Hun oudste zus en dochter zien en vasthouden, die in Saudi-Arabië woont. Maar dat kan pas als ze ooit een Nederlands paspoort krijgen.