Onze gemeente telt vele nationaliteiten. Veel van onze nieuwe inwoners zijn statushouders. Ze komen soms uit landen waar we eigenlijk niets van weten. Maar voor hen was het er niet meer veilig. Hier maken ze een nieuwe start en daar vertellen ze over. Maak kennis met Aroob uit Pakistan.
Door: Julie Houben
Stukje fietsen
Sinds april woont hij in Bilthoven, de 22-jarige Aroob uit Pakistan. Nadat hij dik twee jaar in een aantal AZC’s woonde, kwam dit appartement vrij. ‘Ik heb het helemaal zelf opgeknapt en ingericht’, vertelt hij met gepaste trots. Van een vol huis met elf familieleden naar een eenpersoons appartement. Het is een wereld van verschil. ‘Soms is het wel erg stil en saai, dan ga ik een stukje fietsen’, vertelt Aroob.
Niet veilig
Waarom kwam hij dan in zijn eentje hierheen als 20-jarige student? ‘Ik behoor tot de Ahmadiyya-gemeenschap. Een stroming binnen de Islam, die gelooft dat Mirza Ghulam Ahmad de laatste profeet is, terwijl de Soenieten geloven dat die nog moet komen. Verder belijden we ons geloof op precies dezelfde manier. Maar in Pakistan worden wij om die reden als niet-moslims gezien. Wij mogen ons geloof niet praktiseren, zelfs geen Assalam aleikum zeggen. Ahmadi’s mogen straffeloos vermoord worden. Godzijdank is mijn familie nog niets overkomen maar dat kan elke dag gebeuren. Ik maak me veel zorgen over hen en ik hoop dat ik mijn ouders en broertjes mag laten overkomen. Maar dat is met de nieuwe regering een stuk minder kansrijk helaas.’
Voor het eerst
Het klinkt allemaal niet fijn maar toch zijn er ook genoeg mooie dingen in het nieuwe leven van Aroob, vertelt hij: ‘Er zijn ongeveer 3000 Ahmadi’s in Nederland. In mijn AZC-tijd leerde ik al enkelen van hen kennen en ik kom net van een driedaagse Ahmadyyia-meeting waar ik samen met anderen mijn geloof kon belijden. Voor het eerst van mijn leven kan dat gewoon.’ Verder proeft Aroob aan onze individualistische levensstijl en die bevalt hem wel: ‘Ik heb vrienden uit het AZC die ik regelmatig zie. Soms bedenken we opeens: kom, we gaan een weekeindje naar België! Reizen en mooie plekken bezoeken vind ik geweldig. In Pakistan reis je echt alleen om familie te bezoeken.’ Natuurlijk is het niet alleen ‘leve de lol’. Aroob gaat drie dagen per week naar Nederlandse les. En als zijn huis op orde is, wil hij misschien wel weer Picnic-bezorger worden. Dat was hij ook toen hij in het AZC zat.
Kibbeling
Wat hij het meest mist, behalve zijn familie? ‘In het begin vond ik jullie eten echt smakeloos. Maar het went. Ik eet nu ook boterhammen en ik ben gek op kibbeling. Gelukkig weet ik inmiddels waar ik Pakistaanse kruiden kan kopen. Ik moest wel eerst leren koken want dat hoefde ik thuis niet. Al videobellend met mijn moeder heb ik de basics geleerd. Toen ik hier kwam wonen trakteerde ik mijn buren op Pakistaans eten. Dat vonden ze wel lekker volgens mij.’