Spreekuur

Vannacht slecht geslapen. Ik heb er eigenlijk helemaal geen zin in, maar ja, het is mijn beurt voor het wekelijkse spreekuur bij Steunpunt Vluchtelingen De Bilt.

Tegenover mij zit Madiha aan tafel met aanmaningen van de zorgverzekering. Ik mopper op haar, omdat ze hier niet eerder mee is gekomen. “Ja maar … jij was op vakantie..” kon ik opmaken uit haar slechte Nederlands. Madiha was al 3 jaar met haar drie kinderen onder mijn hoede als maatschappelijk begeleider.

Ze was halsoverkop met haar kinderen gevlucht uit Eritrea. Ze is nooit te weten gekomen of haar man nog leefde of was geëxecuteerd. Over haar vluchtverhaal heeft ze nooit gesproken. Ze praatte nooit over dingen die ze liever wilde vergeten. Dat was onderdeel van de overlevingsstrategie van deze sterke vrouw. Pas recentelijk heeft haar zoon Nasih tegen mij iets verteld over hun vlucht. Ze was binnen één maand door de IND in De Bilt geplaatst waardoor er meer administratief geregeld moest worden dan gewoonlijk. Gelukkig werd het leeuwendeel hiervan door mijn collega Ries opgepakt.

Doordat er geen man in het gezin was, kwam veel van die rol op mijn schouders. Ik wilde niet dat de toen 14-jarige Nasih die verantwoordelijkheid zou dragen. Hij moest kind kunnen zijn, samen met zijn 7-jarige zusje Huriyyah en het 2-jarige broertje Senay.

Samen met andere cliënten heb ik haar flat destijds zo goed mogelijk ingericht binnen het beperkte budget. En ik heb haar (samen met mijn collega’s) op gang geholpen in de Nederlandse maatschappij. Dat is overigens onze kerntaak.

Zodra het mogelijk was, hebben we haar kinderen op school kunnen plaatsen en de kleine in de opvang. Toen kon Madiha beginnen aan haar inburgering.

Normaal gesproken bestaat het begeleiden van vluchtelingen na de eerste weken alleen nog maar uit spreekuur, af en toe huisbezoek en het oplossen van incidentele problemen. Maar doordat er geen man in het gezin was en zij de taal niet sprak, heb ik haar en vooral haar kinderen menigmaal mogen begeleiden naar de dokter, de tandarts en allerlei andere instanties. Al met al krijg je zo een sterke binding met je cliënten, ze worden een stuk familie van je.

Gelukkig werd ik in die eerste periode ook ondersteund door haar taalcoach, die haar daarnaast ook opvoedkundige ‘vrouwendingen’ bijbracht.

Na twee jaar inburgeringscursus werd duidelijk dat ze het Nederlands maar moeilijk onder de knie zou krijgen, waardoor de begeleiding lang intensief bleef.

Ik zit nog wat na te mopperen dat ze het voortaan niet zover moet laten komen, als Huriyyah komt binnengehuppeld met haar broertje Senay.

Nu, drie jaar verder moet ik haar financiële problemen weer oplossen en ik mopper meer dan nodig, maar ze kent me: “Harry, rustig.” bezweert ze me. Uiteindelijk, na veel bellen lukt het me om de zaken op orde te krijgen. Ik zit nog wat na te mopperen dat ze het voortaan niet zover moet laten komen, als Huriyyah komt binnengehuppeld met haar broertje Senay. Die rent op mij af, springt op mijn schoot, slaat zijn armpjes om me heen en laat me niet meer los ….

Ik weet weer waar ik het voor doe.

Harry Dielemans (25-03-2014)